De verschillende gereedschappen en apparatuur die in de werktuigbouwkundige praktijk worden gebruikt, worden in deze toepassing uitgelegd en zijn als volgt.
1) ONDEUGDEN
- Bankschroef
- Beenvice
- Pijpschroef
- Handschroef
- Pin-vice
- Gereedschapmaker' bankschroef
2) HAMERS
- Kogelhamer
- Kruishamer
- Rechte pinhamer
- Zachte hamer
3) BEITELS
- Platte beitel
- Kruisgesneden beitel
- Halfronde beitel
- Diamantpuntbeitel
- Zijbeitel
4) BESTANDEN
- Plat bestand
- Handvijl
- Vierkant bestand
- Driehoekig bestand
- Halfronde vijl
- Ronde vijl
- Mesrandvijl
5) SCHRAPER
- Platte schraper
- Driehoekige schraper
- Halfronde schraper
6) IJZERZAAG
- Handzaag
- Elektrische zaag
7) MARKEERGEREEDSCHAPPEN
- Oppervlakteplaat
- Schrijver
- Pons
- V-blok
- Hoekplaat
- Probeer Vierkant
8) Boren
- Platte boor
- Rechte gecanneleerde boor
- Spiraalboor
9) REAMER
- Handruimer
- Machineruimer
- Uitbreidende ruimer
10) KRANEN EN MATRIJZEN
In deze aanvrage worden de verschillende bewerkingen op het gebied van bankwerk en beslag uitgelegd en zijn als volgt:
- CHIPPEN
- INDIENING
- SCHRAPEN
- SLIJPEN EN POLIJSTEN
- ZAGEN
- BOREN
- RUIMEN
- TAPPEN
- STERVEN